RITONS

 

De zomer van 2658 rijgt de ene hittegolf na de andere. Eigenlijk hadden we helemaal niet weg hoeven te gaan, maar deze minivakantie was al in de lente geboekt. Een mooi plaatsje aan de oostkust met wat bossen en kuipola*  eromheen. We hadden een huisje geboekt, het bekende drietal Miriam, Marjolein en ik.

‘Het wordt vandaag weer flink warm’, zei Miriam. ‘Ik stel voor dat we vóór de middag een stukje gaan wandelen.’ Marjolein vond het OK, maar ik mokte ‘alweer?’ Gisteren ook al geweest. We hebben het fraaie kuststadje nu al van drie kanten gezien, alleen niet vanaf zee.

Niet veel later dwaalde ik door de supermarkt. Terwijl mijn twee vriendinnen ‘de paden op, de lanen in’ waren, sprokkelde ik de boodschappen voor vanavond bij elkaar. We hadden met Kennem en Marian, onze buren, voor een barbecue afgesproken.
Overal op de weg hierheen stonden bordjes langs de weg, die waarschuwden voor bosbranden op ‘rood met witte letters Xendrem’, wat zeer hoog betekende in het Sents. Dus om mij nu die barbecue te laten doen, nou nee.

‘Mijn man Peter deed dat altijd, als we al barbecueden. Ik blijf er met mijn tengels vanaf!’ Miriam’s mening is altijd zonneklaar. Marjolein wilde ook niet de vingers eraan branden, dus ik op stoute sandalen (met hakje!) naar de buren, die het een leuk idee vonden. ‘Anders is het ook maar zo karig, zo met z’n tweetjes’.  Marian snoof. Volgens mij was ze het er niet helemaal mee eens.

‘Zo, ik denk dat ik alles wel heb’, prevelde ik. Vlees, diverse salades, wat bier en natuurlijk een fraaie rosé, wel een beetje prijzig, maar het is vakantie. Nou ja, vier dagen dan. Het afrekenen aan de kassa ging niet geheel van een leien dakje, omdat het pasje haperde. Door dat getreuzel vormde zich al gauw een rij achter mij,.
Niemand had haast. We zitten een stuk noordelijker, hier heeft men wat meer geduld dan in Gabhegen (of dubbelstad Hooftricht/Maarneghem).
Of speelde het feit dat het in de winkel lekker koel was een rol van betekenis?

Lekker een paar uur alleen, op de bank in een nog redelijk frisse bungalow.
Ik las een boek dat waarschuwde voor het IXXO-verdrag, dat Sentaurië onlangs met rivaal Rydon had afgesloten. Het zou grote risico’s voor ons land betekenen. Geschreven door A.M. Coperus, een bekende ‘deskundoloog’, die geregeld aanschoof bij de ook in Sentaurië welig tierende talkshows.
          Rond half 12 kwamen Marjolein en Miriam in oververmoeide staat terug van de ‘korte’ ochtendwandeling. Drie keer raden, Miriam was de weg weer eens kwijt geraakt. ‘Ik zei nog, bij het huisje met het mintgroene dak en tierlantijntjes rechtsaf’, aldus Marjolein. ‘Maar er stonden twéé huizen met mintgroen dak’, verweerde Miriam zich. Marjolein schudde haar hoofd. Ik glimlachte. Verandering is de enige constante in onze wereld, behalve dit dan. Ik dook mijn boek weer in.

Die middag gebeurde er weinig, behalve dat het zonlicht blikkerde op de daken van de huisjes en iedereen binnen bleef, op enkele diehards na. Ik zag de jongeman van nummer 23 langs komen, joggend bij 60 ostrûn** plus. ‘Die is niet goed bij z’n hoofd’, zei Miriam.
Nee, maar dat ontblote bovenlijf..

Tegen vijf uur rook het ineens lekker. De barbecue van de buren ging aan (veel te vroeg) en we begonnen eraan. Ik verheugde me op de ‘braaikunsten’ van Kennem. Plotseling een steekvlam! Kennem kon gelukkig nog net op tijd wegspringen, maar het barbecuestel (dat er aanmerkelijk armetieriger uitzag dan ik mij had voorgesteld) kon niet meer worden gebruikt. Het apparaat had nu eerder iets weg van een of ander middeleeuws martelwerktuig.

‘Jij denkt ook dat je alles kan’, mopperde Marian. ‘Na drie afleveringen van Masters of the Grill’ op Channel!’

Miriam juichte (normaal als iets culinairs niet doorgaat is zij erg pissed off, maar nu..) ‘We gaan naar het dorp!’ Ik vond het prima, want terwijl mijn vriendinnen langs boom en struik banjerden was ik op mijn tripje vanaf de supermarkt een leuk haventje tegengekomen met treurig samengeraapte stoelen, die op betere tijden wachtten. Borreltijd bijvoorbeeld, als de zon al naar de heuvels in het westen nijgt..

Het duurde wel een uur langer, want er moest natuurlijk op drie fronten worden ‘getuttebeld’.
We gaan immers niet in onze ‘huispakken’ de wijde wereld in, geen sprake van!
Volgens mij tot verdriet van buurman Kennem, want die belde twee keer hoe lang we nog werk dachten te hebben..

Ikzelf droeg een leren rok (je bent hartstikke gek met die warmte, aldus die andere twee), wit shirtje (ietsje pietsie buikje zichtbaar, want het mag weer).
Marjolein: een kort spijkerbroekje (een Daisy Duke voor de kenners, mocht wat mij betreft wat langer zijn, kom op middelbare leeftijd), ook wit shirtje aan en de onvermijdelijke witte sneakers, die ritons worden genoemd. Ik heb me er lang tegen verzet, tegen die ritons, maar de witte schoenen overheersen het straatbeeld deze zomer, vrouwen van bijna alle leeftijden dragen ze. En terecht, want ze zitten lekker.
Miriam droeg een maxijurk (een split-din, zoals ze hier zeggen). In het zwart natuurlijk.

Marian en Kennem zagen er tamelijk gewoontjes uit, wat tot enige hilariteit bij het restaurant aan de haven zorgde. De kelner dacht namelijk dat wij niet bij elkaar hoorden. Drie A-Girls en het stelletje Piet Modaal.

Even later zaten we aan het tafeltje, met uitzicht op de bootjes die in de haven lagen, het water was zo glad als een spiegel. Marian veegde nog een beetje roet van Kennem’s gezicht. Hij kwam nu pas een beetje bij z’n positieven, voor hetzelfde geld was het een Eerste Hulp-kwestie geworden.

Het eten was prima (een plateau van vis) met een heerlijke, galante rosé on the side.

Langzaam viel de avond. De dagen worden alweer korter. Even later verscheen Kyra, de tweede maan boven de vuurtoren in het oosten.

En zo eindigde deze mooiste dag van onze ‘vierdaagse’

 

Clairy van Asdonck
Saint Jean de Maximes
Manaria 2658

 

*Kuipola: laag tot middelhoog struikgewas met af en toe een boom ertussendoor gemixt. In deze tijd van het jaar dor en droog met veel sjirpende hirkels erin.

** Ostrûn: de op planeet Calennius meest gebruikte temperatuurschaal. 60 Ostrûn is 30 graden Celsius. Omrekenformule: ( graden C x 1.364)+20.